Kinderen die gemakkelijk woorden aanleren, leren nieuwe woorden al na 10 a 20 herhalingen. Kinderen met een TOS (taalontwikkelingsstoornis) hebben meestal wel 20 tot 30 herhalingen nodig voordat ze een woord geleerd hebben. De woordenschat wordt het beste aangeleerd in verschillende contexten en het liefst via zoveel mogelijk vormen van input: horen/zien/doen etc.
Toch kan het gebeuren dat kinderen moeite blijven houden met nieuwe woorden leren, ook al is het woordenschataanbod gevarieerd en uitgebreid. Dit houdt in dat er vooral veel herhaald moet worden. Een taalbehandeling voor woordenschat die logopedisten vaak gebruiken is memorie.
Memorie wordt door veel kinderen graag gespeeld en bevat bijna altijd plaatjes die je moet matchen. Veel ouders en kinderen spelen dit spel zonder zich bezig te houden met de plaatjes. Een mooie manier van woordenschatuitbreiding is memorie doen en de plaatjes telkens benoemen. Dit kan met zelfbedachte memoriespellen maar er zijn vreselijk veel soorten memorie waarbij dieren, kleuren of voorwerpen aangeleerd kunnen worden.
Als kinderen eenmaal gewend zijn om de memoriekaartjes steeds te benoemen, zullen ze dit blijven doen en daarmee zichzelf helpen genoeg herhalingen te krijgen om het woord te kunnen onthouden.
Bij oudere kinderen kunnen kaartjes met het woord gematcht worden aan de betekenis. Zo is memorie in de basisschoolleeftijd een fantastische manier om de woordenschat te verbeteren door middel van herhaling.
Wil je meer weten?
Volg dan de cursus Spraak- Taalontwikkeling in de Klas. Lees meer.
Wil nog meer tips voor in de klas ontvangen? Volg ons dan op Facebook. Of word lid van de nieuwsbrief.